Het lijkt een gedurfde bewering, maar zowel tests bij klanten als onafhankelijke tests hebben bewezen dat de Dryfast bouwdroger onvergelijkbaar is in ontvochtigingscapaciteit, speciaal bij lagere temperaturen. De Dryfast bouwdrogers onderscheiden zich, naast de hoge ontvochtigingscapaciteit, ook door de zeer robuuste constructie, de lange levensduur onder de meest extreme omstandigheden en de eenvoudige service. Door toepassing van efficiënte, roterende compressoren, kunnen de Dryfast bouwdrogers zowel liggend als staand vervoerd en daarna direct aangezet worden.
Om u meer duidelijkheid te geven welke ontvochtiger voor u de juiste is, vindt u hieronder informatie over de werking van de verschillende ontvochtigers, hoe u globaal de benodigde capaciteit kunt bepalen en hoe deze drogers het beste ingezet kunnen worden.
Bij meer complexe ontvochtigingsprojecten raden wij u aan contact met ons op te nemen, voor een nauwkeurige berekening van de benodigde ontvochtigingscapaciteit.
1. Werkingsprincipe van de bouwdrogers
Bij een bouwdroger wordt een milieuvriendelijk koelgas door een roterende compressor gecomprimeerd. Het hete koelgas, onder hoge druk, gaat naar het condensorblok waar het gas gekoeld wordt en condenseert. Via een expansie eenheid wordt het koelmedium ingespoten in het verdamperblok waar het verdampt. Hiervoor is warmte nodig, die aan de passerende lucht onttrokken wordt. Het koelgas wordt weer door de compressor aangezogen en nu begint het proces weer van voor af aan. De vochtige lucht uit de ruimte wordt over de verdamper gezogen, waar het heftig afgekoeld wordt, waardoor het water in de lucht condenseert. Het water wordt via een waterslang, op afschot, afgevoerd. De koude lucht wordt hierna door het condensorblok weer opgewarmd en als droge, warme lucht de ruimte weer ingeblazen.
Condensdroging is een natuurlijke manier om bouwmaterialen te ontvochtigen. De kans op krimpscheuren en overdroging is door deze natuurlijke methode, mits goed toegepast, uitgesloten.
2. Kosten besparen door de inzet van bouwdrogers
Het belangrijkste argument om condensdrogers in te zetten is de enorme kostenbesparing ten opzichte van drogen door te verwarmen, tijdens of na de bouw. Tot 300% kan bespaard worden, in de eerste vijf jaren na de oplevering, door het gebruik van bouwdrogers aan het einde van de bouwperiode als de bouw wind- en waterdicht is. Een ander wezenlijk voordeel is de verkorting van de bouwtijd; schilders, stukadoors en andere vaklieden kunnen in een eerder stadium met hun werk beginnen en zonder onderbrekingen doorwerken. Daarnaast zijn er veel minder vochtproblemen en schades na de oplevering.
Bouwdroging moet op grond van het voorgaande met behulp van condensdrogers uitgevoerd worden.
3. Bepaling van de benodigde ontvochtigingscapaciteit
Met een gemiddelde ontvochtigingscapaciteit van 90 liter per 24 uur is een bouwdroger van het type DF 800 het best geschikt voor het drogen van ruimtes met een inhoud van ca. 800 m³. (bij 15 °C en 75% R.V.) Het typenummer van een Dryfast DF bouwdroger staat grofweg voor het aantal kubieke meters waarvoor deze geschikt is. Betreft het één of enkele grote ruimtes, zonder veel tussenwanden, dan kan het ontvochtigingsvolume met 15% verhoogd worden. Bij de capaciteitsberekening voor het droog houden van opgeslagen goederen kan het in de tabel genoemde volume verdubbeld worden. (Bij 10 °C is de bouwdroger DH150GXF het meest geschikt voor een ruimte met een volume van 3.000 m³.)
BELANGRIJK: een overcapaciteit t.o.v. de benodigde ontvochtigingscapaciteit geeft nagenoeg geen tijdsvoordeel, maar wel hogere energie- en huurkosten.
Voor een juiste capaciteitsberekening is het aan te bevelen om met een van onze adviseurs contact op te nemen. Deze zal voor u de benodigde capaciteit alsmede de aanschafkosten berekenen en u adviseren hoe u tot een optimaal resultaat kunt komen.
4. Inschatting droogtijden
Het is bijna onmogelijk om exacte droogtijden te noemen. Zeker is wel, dat met de inzet van de juiste bouwdrogers tot 70% sneller gedroogd wordt in vochtige periodes t.o.v. natuurlijke droging. De Dryfast bouwdrogers creëren altijd de perfecte droogconditie, te vergelijken met een warme, droge dag als alle ramen tegen elkaar openstaan. Deze omstandigheden komen echter slechts zelden voor in Nederland. Enkele indicaties van droogtijden bij optimale droging:
- Zand-cement dekvloer: tot een sterkte van 4 cm ongeveer 1 cm per week, bij een dikkere dekvloer kunt u altijd contact met ons opnemen, dan kunnen wij een calculatie voor u maken. Let op: de eerste 7 dagen na het aanbrengen van de dekvloer mag er niet gedroogd worden.
- Anhydriet vloeivloeren: tot een sterkte van 4 cm kan in ongeveer 12 dagen gedroogd worden, mits direct na 48 uur nadat de vloer aangebracht is, hiermee begonnen wordt. Bij dikkere vloeren kunt u het beste even contact met ons opnemen voor het geven van een indicatie.
- Stenen wanden, stucwerk en kalkzandsteen blokken kunnen tussen 4 tot 12 dagen gedroogd worden.
Om te weten of bouwmaterialen voldoende droog zijn om afgewerkt te worden, heeft Dryfast allerlei meetapparatuur.
5. Inzet bouwdrogers na brand- en waterschade
De Dryfast bouwdrogers zijn uitermate geschikt om ingezet te worden na een waterschade, door de zeer hoge ontvochtigingscapaciteit is het object met waterschade zeer snel te drogen, zeker als er ook ventilatoren ingezet worden.
In toenemende mate wordt kunststof verwerkt in producten die wij dagelijks gebruiken, in geval van brand geeft dit problemen die sterk onderschat worden.
Het grootste probleem is niet de schade veroorzaakt door bluswater, maar de uitzonderlijk agressieve salpeterzuurdamp, wat ontstaat als polyvinylchloride (PVC) verbrandt en zich met de vochtige lucht verbindt. Bij verbranding van 1 kg PVC met een chloorpercentage van 50% ontstaat ca. 0,4 m³ chloorwaterstofgas, dat opgelost in 2 ltr. water een concentratie van 30% zoutzuur geeft. Worden niet direct de juiste maatregelen getroffen, dan leidt de zoutzuurneerslag op alle blanke (coatings zijn vaak verbrand) metalen oppervlaktes, b.v. machines, gereedschappen, elektrische installaties etc., tot schade als gevolg van corrosie.
Daarom moet direct de oorzaak voor het ontstaan van de zoutzuurverbinding weggenomen worden. Dit houdt in dat de chemische reactie van chloorwaterstofgas met de vochtige lucht gestopt moet worden. Het terugbrengen van de luchtvochtigheid naar 45% R.V. vertraagt de corrosie aanzienlijk. Bij verdere verlaging van de luchtvochtigheid tot 30% R.V. kan een volledige corrosiestop bereikt worden, hiervoor kunnen adsorptiedrogers ingezet worden, of de bouwdroger DF800 voorzien van een slangaansluitstuk met twee aansluitingen.
Onmiddellijk na beëindiging van de blusactiviteiten moet met drogen worden begonnen, des te sneller er ontvochtigd wordt, des te geringer zijn de saneringskosten. Afhankelijk van het volume van de ruimte wordt besloten of de gehele ruimte of alleen de daarin opgestelde objecten gedroogd worden. Bij ruimtedroging wordt de relatieve luchtvochtigheid in de betreffende ruimte in zo kort mogelijke tijd tot onder de 45% R.V. teruggebracht, om zo het chemische proces van de zoutzuurvorming te onderbreken. Is droging van de ruimte op basis van economische of technische gronden niet mogelijk, omdat b.v. maar enkele objecten gevaar lopen, worden deze afgedekt met b.v. bouwfolie en daaronder plaatselijk gedroogd.
6. Opstelling van Dryfast bouwdrogers
Voordat de luchtontvochtiger in werking wordt gesteld, moet de te drogen ruimte zo goed mogelijk afgedicht worden. Dat betekent dat ramen en deuren en andere openingen afgesloten moeten worden. Zo wordt vermeden dat vochtige buitenlucht naar binnen kan komen. In geval van één ontvochtiger wordt deze in het midden van de ruimte opgesteld. Worden meerdere drogers in dezelfde ruimte opgesteld, dan wordt de totale ruimte opgedeeld in een aantal deelvlakken gelijk aan het aantal drogers. In het midden van elk vlak wordt een droger opgesteld, om zo een optimale luchtverdeling te krijgen. De drogers moeten ten opzichte van elkaar zo worden opgesteld, dat de ventilator vrij kan uitblazen en de droge lucht van de machine niet in de richting van de andere blaast.
7. Bouwdroging in combinatie met verwarming
Hoe hoger de ruimtetemperatuur, des te korter wordt de droogtijd. Worden de ontvochtigers in combinatie met kachels ingezet, dan moet er op gelet worden dat de kachel niet te dicht bij de ontvochtiger wordt opgesteld omdat de ontvochtiger anders de droge warme lucht van de kachel kan aanzuigen, waardoor het rendement sterk daalt.
Het wordt sterk afgeraden om indirect gestookte kachels buiten op te stellen. Als het vriest wordt er, na verwarming, zeer droge lucht in het gebouw geblazen. Dit kan krimpscheuren veroorzaken in vochtige oppervlakten.
PAS OP: bij het inzetten van direct gestookte olie- en gaskachels wordt veel vocht geproduceerd. Bij verbranding van 1 ltr. gas komt 0,78 ltr. water vrij. Daarnaast kunnen de verbrandingsgassen die in de ruimte vrijkomen vers stucwerk verkleuren. Het behoeft geen betoog dat het voor mensen gevaarlijk en ongezond is om in ruimtes te werken waar verbrandingsgassen vrijkomen.
8. Mogelijkheden voor condenswaterafvoer en instellen relatieve vochtigheid
Voor de Dryfast modellen DF 200, DF 400, DF 800 en de DH150GXF zijn er, afhankelijk van toepassing, de volgende mogelijkheden voor de afvoer van condenswater:
8.1. Externe wateropvangbak
Het condenswater wordt in een naast de bouwdroger opgestelde wateropvangbak opgevangen. Het is ook mogelijk om het condenswater door een waterslang, op afschot, naar buiten of naar een afvoerput te leiden.
8.2. Permanente ontvochtiging
Voor alle toepassingen waar een permanente voorziening nodig is, wordt een ontvochtiger met een ingebouwde condenswaterpomp aanbevolen. De DH150GXF is bijvoorbeeld standaard uitgerust met een condenswaterpomp voor de afvoer van het condenswater. De peristaltische condenswaterpomp kan het condenswater oppompen tot een maximale hoogte van 2,5 m, zodat het b.v. door een bovenlicht weggepompt kan worden. De bouwdrogers DF 200, DF 400 en DF 800 zijn optioneel uit te rusten met een volautomatische condenswaterpomp met overloopbeveiliging. Vraag in voorkomende gevallen naar deze optionele oplossingen.
8.3. Hygrostaatgestuurde ontvochtigers
Om “overmatige ontvochtiging” te voorkomen bij kritische toepassingen en wanneer het niet nodig is om lage R.V. waarden te bereiken en zo kosten te besparen, adviseren wij een ontvochtiger uitgerust met een hygrostaat. De hygrostaat schakelt de ontvochtiger aan en uit en regelt zo de juiste luchtvochtigheid.
9. PRAKTIJKTIPS: Optimaliseren van de ontvochtigingscapaciteit
Voor een nog effectievere droging is het aan te bevelen de bouwdroger in combinatie met ventilatoren toe te passen. Door de sterke luchtbewegingen wordt het water sneller verdampt. Door de hoge luchtsnelheid over de oppervlakte van het te drogen materiaal kan het water dat uit de capillaire openingen van het materiaal komt sneller verdampen, alleen de waterdamp kan door de ontvochtiger uit de lucht gehaald worden.
TIP:
De ventilator altijd langs het te drogen oppervlakte laten blazen, nooit er recht op. Hoeken en moeilijk te bereiken ruimten met weinig luchtbeweging verdienen uw extra aandacht.